Eye Movement Desensitization and Reprocessing
EMDR is een therapiemethode voor kinderen en volwassenen, die last blijven houden van de gevolgen van nare herinneringen. Dit kan een schokkende ervaring zoals een verkeersongeval of een nare medische ingreep zijn. Maar ook voor andere, minder traumatische ervaringen zoals pestervaringen of bijvoorbeeld het meemaken van een ernstige ruzie, kan deze methode gebruikt worden. Nare ervaringen worden door de hersenen anders verwerkt dan gewone ervaringen. Bij gewone ervaringen gaat de informatie van de zintuigen naar de hersenen, waardoor deze wordt geregistreerd en verwerkt tot een herinnering van feiten, indrukken en interpretaties. Bij nare ervaringen echter kondigt het lichaam een alarmtoestand aan. Oorspronkelijke beelden, gedachten, geluiden en gevoelens worden daardoor in ruwe (onverwerkte) vorm opgeslagen. Prikkels zoals beelden, geluiden en geuren, die aan de ingrijpende gebeurtenis doen denken, kunnen deze ‘ruwe herinnering’ telkens weer activeren. De cliënt voelt steeds opnieuw dezelfde emoties als toen en raakt keer op keer van slag. De cliënt is zich lang niet altijd bewust dat de heftige emotie te maken heeft met de eerdere nare gebeurtenis.
EMDR helpt om het informatieverwerkingsproces af te ronden, zodat traumatische herinneringen ‘gewone herinneringen’ kunnen worden. Een EMDR sessie verloopt als volgt: De therapeut laat de cliënt vertellen over de bewuste gebeurtenis en zich concentreren op het beeld dat nu nog de meeste spanning geeft. Terwijl de cliënt zich concentreert op dit beeld en wat hij erbij denkt en voelt, moet hij tegelijkertijd een afleidende taak uitvoeren. Dit kan bijvoorbeeld door de vingers van de therapeut of een lichtje op een lichtbalk met de ogen van links naar rechts te volgen (oogbewegingen) of door te luisteren naar geluidjes via een koptelefoon (afwisselend links en rechts), of de cliënt wordt gevraagd om woorden te spellen of ritmes te tappen. Regelmatig stopt de therapeut de afleidende taak en vraagt ‘Wat merk je?’ of ‘Wat komt er op?’. Dat kunnen beelden, gedachten of emoties zijn, maar ook lichamelijke sensaties zoals spanning of pijn. De behandeling gaat door tot de cliënt niet meer van slag raakt als het aan de gebeurtenis denkt.
Hoe werkt EMDR eigenlijk? Daar wordt veel onderzoek naar gedaan. Tot nu toe is de meest aannemelijke verklaring dat het te maken heeft met de werking en capaciteit van het werkgeheugen. Beide taken (het denken aan de nare herinnering en de afleidende taak) doen een beroep op het werkgeheugen, maar de capaciteit van het werkgeheugen is beperkt. Door deze concurrentie van werkgeheugentaken is er weinig plaats voor de levendigheid en de naarheid van de herinnering. Dit biedt de cliënt de mogelijkheid om een andere betekenis aan de gebeurtenis te geven. Geleidelijk neemt daardoor de spanning bij het terugdenken aan de nare herinnering af.
In veel gevallen zien we ook dat er spontaan nieuwe gedachten of inzichten ontstaan die een andere, minder bedreigende betekenis aan de gebeurtenis geven. Deze effecten dragen ertoe bij dat de nare ervaring steeds meer een plek krijgt in de levensgeschiedenis van de cliënt. EMDR komt in aanmerking wanneer de cliënt kampt met problemen, waarvan vermoed wordt dat ze te maken hebben met eerder meegemaakte ingrijpende gebeurtenissen (zoals bij een PTSS). Maar EMDR kan ook gebruikt worden voor het verminderen van faalangst, het versterken van zelfvertrouwen of bij angst voor iets in de toekomst, bijvoorbeeld prikangst of vliegangst.
Indien geïndiceerd is ook een kort intensief traumatraject mogelijk waarbij er meerdere sessies per week worden aangeboden, soms bij verschillende hulpverleners, die nauw samenwerken.
Voor meer informatie, zie www.EMDR.nl.
EMDR bij preverbaal trauma
EMDR kan al bij hele jonge kinderen (vanaf 0 jaar!) gebruik worden, het gaat dan om het verwerken van ‘preverbaal trauma’. Preverbaal trauma is trauma dat kan ontstaan wanneer een kind nare ervaringen meemaakt op een leeftijd waarop het nog niet kan praten. Het kind kan nog geen woorden geven aan deze ervaringen maar deze nare ervaringen worden als het ware in het lijf opgeslagen. Bij trauma gaat het om ervaringen die destijds als overweldigend kunnen zijn beleefd. Deze ervaringen in het verleden kunnen klachten in het heden aansturen. De herinnering hieraan ligt zodanig in het geheugen opgeslagen dat deze getriggerd kan worden, als het kind een vergelijkbare ervaring meemaakt of deelaspecten van een handeling of gebeurtenis het kind onbewust herinneren aan het trauma. Het gaat dus om de beleving van het kind. Deze kan afwijken van de feitelijke herinnering van de ouder. Het kind kan hierdoor bijvoorbeeld last krijgen van verhoogde prikkelbaarheid, overmatig huilen, vaak boos worden, slaapproblemen of eetproblemen. Het kan ook tot uiting komen in het gedrag van het kind naar de ouder, bijvoorbeeld steeds de nabijheid van de ouder zoeken of hem juist vermijden. Soms vindt een stagnatie in de ontwikkeling plaats, doordat het kind zich niet meer durft te laten uitdagen door nieuwe prikkels. Preverbaal trauma kan verwerkt worden middels EMDR.
Voor jonge kinderen bestaat binnen de EMDR een aparte variant in de vorm van het Verhaal Protocol. Ouders schrijven een verhaal over de ervaring, waarbij ze zoveel mogelijk ‘door de ogen van het kind’ vertellen wat er gebeurd is. Tijdens een sessie vertellen ouders bij voorkeur samen het verhaal van het trauma aan het kind. Hierbij wordt veel aandacht gegeven aan gevoelens en lichaamssensaties, de meest belangrijke zintuiglijke ervaringen in de ontwikkelingsfase van de periode van het preverbaal trauma. De therapeut kan in het verhaal vervolgens de elementen benoemen, die direct verstorend waren voor de veiligheid binnen de ouder-kind relatie en die opnieuw verwoorden: ‘Mamma vond het ook heel erg dat de dokter de kleine baby zoveel pijn deed terwijl zij hem vast hield. Maar de dokter zei: Nee mama, je moet hem echt vasthouden want de prik is nodig om beter te kunnen worden!’
Aan de reacties tijdens de EMDR (bijvoorbeeld zich als een baby nestelen bij de ouder op schoot of juist heel boos worden en zich sterk verzetten) en de veranderingen erna is vaak af te lezen of ergens iets van trauma is geraakt en verwerking hiervan op gang is gebracht.
Soms is het geïndiceerd dat een ouder eerst een eigen EMDR traject krijgt, gericht op het preverbale trauma van het kind. De ervaringen kunnen immers ook voor de ouders traumatiserend zijn geweest. Voorkomen moet worden dat deze herinneringen bij de ouder tijdens de sessie met het kind in alle hevigheid bovenkomen en het brein van de ouder onrustig maken. Het is belangrijk dat de ouder tijdens de sessie met het kind (emotioneel) rustig blijft en er voor het kind als steungevend persoon kan zijn.